West-Frisia

Kemper Clubkampioen West-Frisia

Tweedejaars belofte Mick Kemper gaf zich gisteravond een fraai cadeau. Een dag na zijn twintigste verjaardag kroonde hij zich tot clubkampioen bij West-Frisia. Na een harde koers klopte de Volendammer zijn laatst overgebleven vluchtgezel Joeri van der Tuin in de sprint.

Westerlander Van der Tuin toonde zich de meest strijdlustige renner op het snelle rondje in Bovenkarspel. Na een snelle start van het peloton trok hij verschillende malen ten aanval. De in Almere woonachtige Kai Reus haakte zijn wagentje enkele malen aan. Het duo kreeg echter nooit meer dan honderd meter voorsprong. Een uitval van de twee samen met Tim Groot en Tino Haakman leek kansrijker. Ook het kwartet moest echter verrassend het hoofd buigen tegen de overmacht van het peloton.

Het hoge tempo van het peloton, na een uur was er reeds 45,4 kilometer afgelegd, zorgde echter wel voor een langzame uitdunning van de groep. Waar in het eerste uur de elite en beloften zich roerden, lieten opvallend genoeg in het tweede wedstrijduur de sportklasse en amateurs meer van zich spreken. Een gezamenlijk aanval van Toine Groot, Ivo Huisman, Jaap Dudink en Haakman zette zelfs even de elites onder druk. Het tempo bleef daardoor hoog en zorgde voor meer slachtoffers. Na twee uur koers maakte echter nog altijd een negental kans op eindwinst.

Een uitval van Haakman leidde uiteindelijk de finale in. De veteraan, reeds elf maal clubkampioen, ging alleen op avontuur. De actieve Van der Tuin haakte aan en gooide het tempo verder omhoog. Alleen nog het kwartet Tim Groot, Arne van der Vliet, Kemper en Reus vond aansluiting. Het zestal zou maar kort bijeen blijven. Kemper, Van der Tuin en Haakman trokken direct door en zagen enkel Groot terug komen. Voor Van der Tuin was de groep nog altijd niet genoeg. De Westerlander versnelde. Twijfel bij zijn drie overgebleven concurrenten leverde hem direct een vijftigtal meter voorsprong op. Kemper stak solo over en toonde zich vervolgens duidelijk rapper in de sprint. Achter de twee hielden Haakman en Groot een opstomende Reus net af, waarna Haakman het brons pakte.